Marij Pollux: optimist die Venlo mooier en duurzamer wil maken

Als het aan haar moeder had gelegen, was Marij Pollux nooit wethouder geworden. Sterker nog: het was voor haar vanzelfsprekend dat haar dochter zou stoppen met werken, zodra ze ging trouwen. Pollux had echter andere plannen: gesteund door haar vader, ging ze het onderwijs in, volgde ze later nog een universitaire studie en koos uiteindelijk voor de politiek. “Als werkende moeder van vier kinderen hoop ik voor velen een voorbeeld te zijn.”
Onderwijs en politiek lopen als een rode draad door het leven van wethouder Pollux. Al tijdens haar middelbareschooltijd werd het zaadje geplant voor een politieke loopbaan: “Ik weet nog goed dat in die tijd scholierenstakingen plaatsvonden. Dat vond ik allemaal wel interessant. Mijn geschiedenisleraar vond het prima dat we gingen staken, maar op één voorwaarde: dat we konden uitleggen waarom! Ik heb me toen in de aanleiding van de stakingen verdiept. En zo is het balletje gaan rollen. Uiteindelijk werd ik lid van de PPR, een voorloper van GroenLinks.”
Na haar studietijd ging Marij Pollux aan de slag als docent. “Toen ik kinderen kreeg, ben ik wel tijdelijk gestopt met werken. Maar ik had al snel in de gaten dat fulltime huisvrouw zijn, mij niet past. Dus ging ik op mijn 40ste en moeder van vier kinderen terug de schoolbanken in voor een master in pedagogiek.” Na haar studie werkte Pollux jaren bij Gilde Opleidingen als teamhoofd en directeur; functies die ze combineerde met haar functie als raadslid en voorzitter van GroenLinks Venlo en GroenLinks Limburg.
“Ik had al snel in de gaten dat fulltime huisvrouw zijn, niet bij mij past.”
Verantwoordelijk voor wat kwetsbaar is
Wat Marij Pollux drijft? “Ik heb me altijd verantwoordelijk gevoeld voor wat kwetsbaar is. Daarom ben ik ook het onderwijs ingegaan, heb ik altijd vrijwilligerswerk gedaan (onder andere voor de Stichting Alfabetisering) en hebben we als gezin verschillende jaren Nigeriaanse jongeren opgevangen die naar Nederland kwamen om een sportcarrière op te bouwen.
Ik herinner me nog goed dat Ali bij ons woonde: een straatjongen uit Nigeria die werkte aan een carrière als golfer. Op een middag vroeg ik Ali wat hij ’s avonds wilde eten. Hij keek me aan met zijn grote ogen en zei: ‘Dat heeft nog nooit iemand aan me gevraagd. Waar ik vandaan kom, zijn we blij dat we iets te eten hebben.’ De aanwezigheid van Ali heeft heel veel indruk gemaakt op mij en ons gezin. We hebben ook een reis gemaakt naar Nigeria om zijn familie te ontmoeten. Helaas heeft hij zijn sportdroom niet waar kunnen maken. Ali overleed als gevolg van een ongeval in zijn geboorteland. De Venlose band Minsekinder heeft nog een lied over hem gemaakt: ‘Wao bisse haer?’. Dat hebben ze gespeeld op het Hofbal, het jaar dat mijn man Herm prins werd.”
“Mijn man Herm kookt meestal. Vaak vegetarisch en altijd even lekker.”
Pollux’ verantwoordelijkheid voor wat kwetsbaar is, gaat verder dan mensen. Ook onderwerpen als duurzaamheid en klimaat gaan haar aan het hart. “Ik vind dat we zuinig om moeten gaan met onze planeet. Zelf probeer ik op allerlei manieren daar een steentje aan bij te dragen. Zo eet ik weinig tot geen vlees. Mijn man Herm kookt meestal; vaak ook vegetarisch en altijd even lekker. Mijn favoriet is een vegetarische versie van Indonesische Rendang. Verder staat de thermostaat in huize Pollux laag. En op dit moment transformeren we onze tuin: van grasveld naar een mooie groene omgeving met volop aandacht voor biodiversiteit.”

Meer berichten via e-mail en social media
Als we wethouder Pollux vragen naar de verschillen tussen de vorige en deze collegeperiode, dan noemt ze de breedte van haar portefeuille. “In mijn vorige periode als wethouder ging ik al over onder andere duurzaamheid en klimaatadaptatie; nu zijn daar ook de inrichting en het beheer van de openbare ruimte, parkeren en afval bijgekomen. Dat vind ik fijn, omdat hierdoor ‘koppelkansen’ ontstaan. Als voorbeeld: door openbaar groen anders – vooral groener - in te richten, zorgen we ervoor dat regenwater beter kan aflopen en voorkomen we hittestress, waardoor het in de stad bijvoorbeeld ’s zomers koeler blijft.
Wat ik wel merk, is dat zowel openbaar groen als afval ‘hot topics’ zijn voor inwoners. Ik krijg veel meer e-mails dan voorheen en meer reacties op social media. Vooral over de manier waarop we als gemeente met afval omgaan, krijg ik veel berichten. Niet altijd positief. Als college zijn we ons ervan bewust dat dit onderwerp aandacht vraagt. Daar werken we aan. Niet alleen om de inzameling te verbeteren, maar vooral om te voorkomen dat afval ontstaat. In september brengen we dit zogenaamde grondstoffenplan naar de gemeenteraad. Tegelijkertijd moeten we ook eerlijk zijn: we kunnen nooit iedereen tevredenstellen. Ik vind het dan belangrijk om goed uit te leggen waarom we bepaalde keuzes maken. Dan komt toch weer een beetje die docent in me naar boven.”
“Ik vind het belangrijk om goed uit te leggen waarom we bepaalde keuzes maken. Dan komt toch weer een beetje die docent in me naar boven.”
Cadeautje
Deze periode heeft wethouder Pollux ook cultuur en evenementen in haar portefeuille. “Dat vind ik echt een cadeautje. Natuurlijk zijn grote evenementen als de Venloop en het Zomerparkfeest visitekaartjes waarmee Venlo zich in de regio echt op de kaart zet. Maar ik vind kleinere, culturele activiteiten minstens zo waardevol. Onlangs was ik nog bij een concert van een Jeugdharmonie. Fantastisch om te zien hoe de jeugd geniet van muziek maken. Of het initiatief van enkele Venlonaren om een kamerconcert te organiseren: ik zie het als mijn rol als wethouder om dergelijke initiatieven te ondersteunen.”
“Dat ik cultuur en evenementen in mijn portefeuille heb, vind ik echt een cadeautje.”
Iedereen kan bijdragen
Pollux is een optimist en kan er dan ook slecht tegen als mensen klagen. “Laatst zei iemand tegen me: ‘Venlo verpaupert’. Natuurlijk zie ik dat bepaalde delen van onze gemeente aandacht nodig hebben, maar ik mis soms het optimisme in de huidige maatschappij. Het is heel makkelijk om naar een ander te kijken en te mopperen. Liever daag ik mensen uit: ‘doe iets!’ Iedereen kan bijdragen aan een mooiere leefomgeving.
Laatst kregen we een e-mail van een inwoner uit Venlo-Oost. Die ons schreef of we konden helpen om de wijk op te fleuren. Gelukkig hebben we daar het SAM-fonds voor. SAM staat voor Stad van Actieve Mensen. Iedereen kan een aanvraag indienen! We hebben voor 5000 euro bloembollen gekocht en inwoners hebben die zelf geplant. De wijk ziet er nu prachtig kleurrijk uit. ’s Ochtends, als ik naar het werk fiets, rijd ik graag een rondje om, om de bloemenpracht te bewonderen. Dat is een boost voor mijn humeur.”
’s Ochtends, als ik naar het werk fiets, rijd ik graag een rondje om, om de bloemenpracht te bewonderen. Dat is een boost voor mijn humeur.”
Trots op kleine dingen
Vragen we wethouder Pollux waar ze trots op is, dan wijst ze naar een tekening aan de muur van haar kantoor. “Dit hebben kinderen uit Arcen gemaakt: een petitie tegen de kap van een aantal bomen. Als gemeente wilden we die bomen weghalen. Die waren in slechte conditie en we waren bang dat deze konden omvallen. Maar inwoners vonden dat geen goed plan. Toen hebben we samen met een expert de bomen bekeken en samen met inwoners een ‘reddingsplan’ bedacht: we hebben verharding rond de bomen weggehaald waardoor ze meer lucht en water krijgen. En inwoners zorgen extra goed voor de bomen. Nu lijkt ’t erop dat ze ’t gaan redden.
Hoe klein ook, ik vind dit een prachtig voorbeeld van inwonersparticipatie, waarbij we als gemeente een andere – meer dienende – rol hebben, in plaats van een organisatie die altijd alle wijsheid in pacht heeft. De Engelsen noemen een ambtenaar niet voor niets een ‘civil servant’: een dienaar van de maatschappij. Die omschrijving slaat wat mij betreft de spijker op zijn kop.”
“De Engelsen noemen een ambtenaar niet voor niets een ‘civil servant’: een dienaar van de maatschappij. Die omschrijving slaat wat mij betreft de spijker op zijn kop.”
Andere zaken waar de wethouder trots op is? “De herinrichting van de Keulsepoort en de Lage Loswal. Dat zijn echt prachtige gebieden geworden, aanwinsten voor de stad. En de innovatieve manier waarop we Kloosterdorp Steyl beschermen tegen hoogwater. Steyl krijgt een zogenaamde zelfsluitende waterkering: die verdwijnt in het landschap als het water laag staat en komt vanzelf omhoog als het water stijgt. Zo blijft het beschermd dorpsgezicht onaangetast. In oktober starten de werkzaamheden.”
Oma
Wethouder Pollux lacht van oor tot oor als ze vertelt over haar vier kinderen en vier kleinkinderen: twee pubers en twee dreumesen. “Ik ben zo trots op ze! Twee kinderen wonen hier in Venlo, twee in de Randstad: in Utrecht en Amsterdam om precies te zijn. Mijn man is oppas-opa: elke week gaat hij met de trein naar Utrecht.”
“Ik geniet hier echt van. Dus vooralsnog denk ik niet aan stoppen.”
Op de vraag of haar kinderen ook trots op haar zijn, moet Pollux even slikken. “Ik denk het wel. Nee… ik weet het zeker! Al merk ik wel dat ze langzaamaan ook een beetje bezorgd zijn. Ze vinden dat ik te hard werk. Ook mijn vriendinnen zeggen weleens: ‘Wordt ’t niet eens tijd om leuke dingen te gaan doen?’ Maar heel eerlijk? Ik vind mijn werk leuk. Ik geniet hier echt van. Dus vooralsnog denk ik niet aan stoppen.”